2 Ecologisch doelbereik - KRW
| Het hoogheemraadschap heeft 26 verschillende waterlichamen. | |
| Er zijn twee waterlichamen die momenteel voor alle biologische groepen voldoen aan het doel. | |
| Vooral in lijnvormige wateren voldoen waterplanten en macrofauna nog niet aan de doelen. | |
| Het meeste overige water bevindt zich op de helft van het doel. |
KRW-waterlichamen
Wat zijn KRW-waterlichamen?
De ecologische doelen voor het watersysteem komen voor een belangrijk deel voort uit de Europese Kaderrichtlijn Water. De Kaderrichtlijn Water (KRW) is een richtlijn die bedoeld is om de waterkwaliteit en ecologie te beschermen en te verbeteren. De KRW geeft richtlijnen voor de wijze waarop waterkwaliteitsdoelen vastgesteld moeten worden. Ook verplicht de KRW de Nederlandse overheden om voor 2027 alle zinvolle maatregelen te nemen om die doelen te bereiken. Hoewel de KRW geldt voor alle wateren worden de KRW-doelen alleen vastgesteld voor zogenaamde waterlichamen.1 In het gebied van het hoogheemraadschap zijn 26 waterlichamen aanwezig.
Op de onderstaande kaart is te zien waar de waterlichamen liggen.
KRW-doelen
De KRW-doelen worden bepaald op basis van het watertype van het water. Voor elk watertype is een standaard-doel vastgesteld, dit zijn zogenaamde ‘default-doelen’. Als het water functies of natuurlijke omstandigheden heeft die beperkend zijn voor de ecologie, dan wordt de doelstelling naar beneden toe bijgesteld.2 Hierdoor zijn de KRW-doelen haalbare doelen die door het treffen van de juiste maatregelen gehaald moeten kunnen worden. Per waterlichaam wordt voor drie of vier kwaliteitselementen een KRW-doel vastgesteld: algen, waterplanten, macrofauna (waterdiertjes) en vissen.
De KRW-doelen kunnen op basis van functies en omstandigheden aangepast worden (technische doelaanpassing). Alleen in de natuurgebieden zijn de doelen niet aangepast. In alle andere wateren zijn de doelen in min of meerdere mate aangepast.
In Figuur 2.2 is per waterlichaam te zien of en hoeveel de doelen naar beneden toe zijn aangepast ten opzichte van het standaard-doel (default). Het blauwe gedeelte toont de hoogte van het doel, het grijze gedeelte toont hoeveel het doel is aangepast.
KRW-opgave
Uit de Kaderrichtlijn Water volgt de verplichting om de benodigde maatregelen te nemen zodat de waterkwaliteit in 2027 voldoet aan de doelstelling. In Figuur 2.3 is te zien in welke mate de waterlichamen voldoen aan de doelstellingen. Het blauwe gedeelte van de balk toont de huidige toestand ten opzichte van het doel, het oranje gedeelte toont het gat tussen de huidige toestand en het doel. De toestand van de waterlichamen is bepaald met gegevens tot en met het jaar 2023.3
Er is te zien dat de boezems en de plassen grotendeels voldoen aan de doelstellingen. De lijnvormige wateren voldoen vaak nog niet aan de doelstelling. Vooral op het gebied van waterplanten en macrofauna worden de gestelde doelen nog niet bereikt.
Overig water
Wat is overig water?
Wateren die geen KRW-waterlichaam zijn, worden aangeduid als ‘overig water’. Het overig water is voornamelijk ingedeeld naar het landgebruik; het landgebruik heeft namelijk een grote invloed op de mogelijkheden en beperkingen voor het waterleven. Voor elke vorm van landgebruik is een doel voor het overig water bepaald. Voor sommige wateren is daarnaast een doel vastgesteld dat specifiek aansluit op de lokale situatie. De indeling van het overig water is te zien op de onderstaande kaart (Figuur 2.4).
Doelen en opgave overig water
De biologische doelen voor het overig water zijn hoofdzakelijk gebaseerd op waterplanten4. In het gebied van HHSK zijn waterplanten het meest bepalend voor het functioneren van het ecosysteem. De wijze waarop deze doelen zijn bepaald, is vergelijkbaar met de methode voor de KRW. Voor het bereiken van de doelen voor het overig water geldt een inspanningsverplichting.
De doelen voor het overig water zijn afgeleid van standaard-doelen.5 Bij het afleiden van de doelen is rekening gehouden met de functies en natuurlijke omstandigheden die beperkend zijn voor de ecologie. Hierdoor zouden de gestelde doelen haalbaar moeten zijn. De doelen voor het overig water zijn weergegeven in Figuur 2.5.
In de onderstaande figuur (Figuur 2.6) is in blauw te zien wat de huidige ecologische toestand is ten opzichte van het doel. Het oranje deel laat zien wat de opgave is voor verbetering. Het plas-drasgebied van de Eendragtspolder, de waterparel Zuidplaspolder en de zwemplas Krimpenerhout voldoen aan het gestelde doel. In de andere overige wateren is de gemiddelde ecologische toestand ongeveer de helft van het gestelde doel.
De Kaderrichtlijn geldt voor alle wateren. Echter, uit praktische overwegingen worden vanuit de EU alleen doelen en maatregelen vereist voor de waterlichamen. Waterlichamen zijn wateren die een bepaalde grootte hebben of een achterliggend gebied hebben van meer dan 10 vierkante kilometer. Deze waterlichamen zijn belangrijker en andere wateren (overig water) zijn niet minder belangrijk. Voor dit ‘overig water’ zijn ook doelen bepaald. Het ecologische doelbereik van het overig water wordt besproken aan het eind van dit hoofdstuk.↩︎
Dit noemt men een technische doelaanpassing. Er zijn diverse geldige redenen om het KRW-doel aan te passen. Een veel voorkomende reden is dat het niet mogelijk is om het waterpeil te laten fluctueren omdat dat zou leiden tot wateroverlast. Een andere belangrijke reden is dat de natuurlijke achtergrondbelasting met nutriënten zo hoog is dat dit beperkend is voor de waterkwaliteit.↩︎
Bij de KRW-beoordeling van sloten worden algen niet beoordeeld. Daarom ontbreken daar de balkjes met de opgave en het doelgat.↩︎
De zwemplas Krimpenerhout is hierop een uitzondering: hier is ook een doel voor algen bepaald. In deze rapportage wordt dit verder niet besproken.↩︎
Ook dit is vergelijkbaar met de wijze waarop de de doelen voor de KRW zijn bepaald.↩︎